Waarom een lijfrente?

Zelfstandig ondernemers of werknemers zonder een pensioenregeling moeten zelf sparen voor later, het komt immers niet vanzelf goed. In hoofdlijnen kun je dat op twee manieren doen, sparen of beleggen in box 3 (eigenlijk dus gewoon sparen/beleggen) of vermogen opbouwen via een lijfrente.

Hieronder zal ik aan de hand voor een voorbeeld de verschillen laten zien. Ik ga even uit van twee klanten die graag wat geld opzij willen zetten voor later, laten we zeggen € 500 per maand.

Box 3
Mark (45 jaar oud) wil graag flexibel zijn en vermogen in box 3 opbouwen, hij heeft wel ingezien dat sparen voor de langere termijn niet interessant is en opent daarom een beleggingsrekening. Iedere

maand stort hij daar trouw die € 500 op en op 67-jarige leeftijd heeft hij een bedrag opgebouwd van € 167.675. Hierbij hanteer ik een gemiddeld rendement van 4% en hou ik rekening met de belasting in box 3 (vermogensrendementsheffing). Dit betekent dat hij zijn inkomen 20 jaar lang met ongeveer € 878 kan aanvullen. Over de hele periode van 20 jaar kom je dan, als je rekening houdt met de belasting, uit op € 1

84.497. Zijn totale inleg was 22 jaar x 12 maanden x € 500 = € 132.000. Niet verkeerd, toch?

Lijfrente
Jolanda is ook 45 jaar oud en wil ook graag € 500 per maand opzij zetten voor later, alleen kiest zij voor een andere route: de lijfrente. Heel kort: bij een lijfrente is de inleg aftrekbaar van de belasting, het saldo wordt niet belast in box 3 en de uitkering is t.z.t. belast met inkomstenbelasting.

Laten we ervan uitgaan dat Jolanda een inkomen heeft dat lager ligt dan ca. € 75.000, dat betekent dat zij ongeveer 40% belasting betaald. Omdat een lijfrente aftrekbaar is, kan zij iedere maand een bedrag van € 830 op de lijfrente storten. Dit bedrag is namelijk fiscaal aftrekbaar en na belastingteruggaaf bedraagt de netto inleg € 500.

Hiermee bouwt Jolanda in 22 jaar (van 45 jaar tot 67 jaar) een vermogen op van € 356.179 (vrijgesteld in box 3), dit komt neer op een maandelijkse aanvulling van € xxx . Hierover moet zij dan nog wel belasting betalen, netto houdt zij van dit bedrag dan € 1.463 per maand over.

Alle netto uitkeringen bij elkaar opgeteld bedragen voor Jolanda € 351.300, terwijl de inleg exact gelijk is aan die van Mark. Namelijk € 132.000.

In dit voorbeeld bedraagt het verschil € 351.300 -/- € 184.497 = € 166.805! In het voordeel van Jolanda die heeft gekozen voor een lijfrente.

De onderliggende berekening kun je hier vinden: Berekening box 1 versus box 3

Benieuwd?
Uiteraard is dit een voorbeeldberekening, ik heb hierbij bewust gekozen voor een realistische berekening en geen extreme variant waarbij de verschillen nog groter worden. Dat is ook niet nodig 😉 Ben je benieuwd naar wat dit voor jou zou kunnen betekenen? Neem dan gerust contact met mij op, ik help je er graag bij.