Voorafgaand aan ieder jaar maken we een prognose voor de verwachte rendementen. Naast deze verwachte rendementen geven wij ook een bandbreedte aan waarin wij verwachten dat de rendementen kunnen vallen. De bandbreedte is gebaseerd op de normale verdeling-theorie. Deze theorie gaat ervanuit dat een reeks uitkomsten een normale verdeling volgen. Dit betekent dat er meer uitkomsten rond het gemiddelde liggen en minder uitkomsten bij de uiteinden.
Neem als voorbeeld de lengte. De gemiddelde lengte in Nederland ligt voor mannen rond de 1,84 meter. Als we een steekproef zouden houden onder 10 willekeurige mensen dichtbij een basketbalhal, zou het kunnen zijn dat het gemiddelde van onze steekproef komt te liggen op 1,95 meter. Dit geeft een vertekend beeld. Hoe meer mensen wij echter ondervragen, hoe dichter we op het gemiddelde van de totale populatie van Nederland komen. Ons gemiddelde zal gaandeweg steeds dichter op de eerder genoemde 1,84 meter komen.
Dezelfde logica volgen we ook in het beleggen. Een belegger die enkel naar de obligatierendementen in de afgelopen 3 jaren kijkt, zal wellicht schrikken en afzien van beleggen. Als de belegger een langere periode neemt, verandert dat beeld echter. Om een zo nauwkeurig mogelijk beeld te geven van het te verwachten rendement gebruiken wij daarom historische rendementen. We hebben toegang tot meer dan 50 jaar rendement van de wereldwijde markt. Het gemiddeld historisch rendement speelt een belangrijke rol, maar is niet de enige factor, in het bepalen van de prognoserendementen. Met de data die we hebben, kunnen we ook de volatiliteit van de rendementen berekenen. De volatiliteit of standaarddeviatie is een maat voor de spreiding van een variabele of van een verdeling.
In Figuur 2 zien we de normale distributie, ook wel de bell curve genoemd. Laten we voor dit voorbeeld uitgaan van een gemiddeld rendement van 5% en een standaarddeviatie van 10%. In het midden van de distributie zien wij het gemiddelde (μ). Als we een bandbreedte van 1 standaarddeviatie nemen, kunnen we in 68,2% van de gevallen verwachten dat het rendement zal vallen tussen -5% (gemiddeld rendement min 1x de standaarddeviatie; -1σ ) en 15% (gemiddeld rendement plus 1x de standaarddeviatie; +1σ). We kunnen meer zekerheid bieden door twee standaarddeviatie-afwijkingen van het gemiddelde te nemen. Als we dat doen, verwachten we dat in 95,4% van de gevallen het rendement zal vallen tussen -15% (gemiddeld rendement min 2x de standaarddeviatie; -2σ) en 25% (gemiddeld rendement plus 2x de standaarddeviatie; +2σ).
Er wordt dus een afweging gemaakt tussen zekerheid en precisie. Er kan gekozen worden voor een zekerheid van 99,7% door 3 standaarddeviatie-afwijkingen te nemen van het gemiddelde. De bandbreedte wordt dan echter -25% tot 35%. Zelfs dan bestaat er nog de kans (0,3%) dat het rendement in een gegeven jaar ook buiten deze bandbreedte van 60% kan komen te vallen.
Doorgaans, ook bij Eenhoorn, neemt men voor het bepalen van de bandbreedtes een zekerheid van 95,4%. In Figuur 3 zijn de bandbreedtes per strategie te vinden zoals vastgesteld voor het jaar 2022. De oranje balkjes zijn de prognoserendementen.
Het zal de klanten met een aanzienlijk deel in obligaties (defensief/neutraal) niet zijn ontgaan dat de behaalde rendementen buiten de bandbreedtes van 95,4% zekerheid zijn gevallen. Dat komt doordat er in 2022 sprake is geweest van een Black Swan-event: een gebeurtenis die niemand van tevoren heeft zien aankomen of heeft voorspeld. Dat er sprake was van een onverwachte gebeurtenis, is af te lezen aan Figuur 4: de rendementshistorie van de Bloomberg US Aggregate Bond Index. De Bloomberg US Aggregate Bond Index is een index dat de rendementen van de obligatiemarkt spiegelt. 2022 was het slechtste jaar in de geschiedenis van de index met een rendement van -13,0%, en het was maar liefst 4 keer dieper als het eerstvolgende slechtste jaar.
Bij Eenhoorn blijven wij vasthouden aan ons eerder bestaande beleid in het bepalen van de prognoserendementen en de bandbreedtes. Het afgelopen jaar hadden we te maken met een obligatiemarkt wat we sinds de oprichting van de index in 1976 niet hebben gezien en ook niet meer verwachten te zien in de komende jaren. De prognoserendementen en de bandbreedtes van de strategieën voor het jaar 2023 staan in onderstaande grafiek.